Zit minister Cramer van Milieu nog wel op het juiste spoor met de manier waarop Nederland het afval verbrandt? De recyclingbranche vindt van niet. Steeds meer puin, hout, kunststof, metalen, meubels en oude tapijten verdwijnen in de verbrandingsinstallaties (avi’s).
Met bouwafval kunnen wegen worden gefundeerd. Afvalhout kan tot spaanplaat worden gerecycled. Ander afval kan gebruikt worden voor de fabricage van gips, metaal, folie en brandstof.
Dat past ook beter bij de klimaatambities van het kabinet. Meer recyclen of beter verbranden scheelt 1,1 tot 2,6 miljoen ton kooldioxide-uitstoot per jaar, stelt Max de Vries, directeur van de Branchevereniging voor recycling. Hij presenteerde het onderzoek Naar duurzaam grondstoffenmanagement dinsdag aan minister Cramer.
De Vries vindt dat zijn branche uit de markt wordt geduwd door de bedrijven die afval verbranden. Er staan elf avi’s, er komen er twee bij en drie willen hun installaties uitbreiden. Dat leidt tot overcapaciteit en sterke daling van de prijzen voor het verbranden van afval, stelt De Vries. ‘Dan kan de recyclingbranche beter ophouden.’
Directeur Dick Hoogendoorn van de Vereniging Afvalbedrijven, stelt dat avi’s niet zitten te wachten op herbruikbaar afval zoals puin en hout. ‘Ook zonder dat afval zijn we met de huidige verbrandingscapaciteit van 6,2 miljoen ton per jaar nog niet op het evenwicht, dat tussen 7,5 tot 8 miljoen ton ligt.’
De recyclingbranche wil twee nieuwe installaties bouwen, waar het energierendement meer dan 80 procent is, terwijl in de avi’s maar 27 procent wordt teruggewonnen.
De burger is uiteindelijk de klos, redeneert De Vries. Die zal een hogere heffing moeten betalen voor de uitbreiding van de verbrandingsovens. De kleine installaties die de recyclingbranche wil bouwen zijn flexibel. Er zal niet snel sprake zijn van kapitaalvernietiging.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten